
Maurice
2024 — Illustration
Stap voor bonkende stap baanden Lotje en Ed hun weg door het oude woud heen, bovenop het beest dat zo vrij was om hen te helpen.
“Ho daar!” Klonk ineens een piepstem vanaf de grond. Daar stond een haas Haas met zijn handen in zijn tuinbroek en een ondeugende blik in zijn oogjes.
“Zo eentje heb ik er ook!” zei Haas, “Blijf hier wachten!”
Voordat Lotje iets terug kon roepen was hij al verdwenen. Vanuit de bosjes klonk een gerommel. Een geklik en geklater, geschuifel en gebroed. En voordat ze het wisten stond Haas weer met een boog voor ze, deze keer met een grote rode ronde trompet in zijn pootjes.
Haas schraapte zijn keel, en sloot zijn oogjes.
Het getetter was schel en van een melodie was weinig te bekennen. Lotje en Ed stopten hun vingers zo diep mogelijk in hun oren. Haas leek dat niet door te hebben. Na een alleenspel van zeker 5 minuten was hij uitgeblazen.
De stilte keerde terug terwijl Haas sniffelend op adem kwam. Vol verwachting keek hij op, via de enorme slurf de diepe ogen in van het enorme beest.
“Niet slecht.” zei Maurice de olifant.
